Informatie over inktcartridges en de printkop
Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-inktcartridges als u
verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
●
De instructies in deze gebruikershandleiding zijn voor het vervangen van inktcartridges en zijn
niet bedoeld voor de eerste installatie.
●
Haal inktcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.
●
Zorg ervoor dat u de printer correct uitzet. Zie De printer uitschakelen op pagina 39 voor meer
informatie.
●
Bewaar inktcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
●
Maak de printkop alleen schoon als dat nodig is. U verspilt zo geen inkt en de inktcartridges
hebben een langere levensduur.
●
Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de inktcartridges tijdens de
installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen tijdelijke afdrukproblemen
ontstaan.
●
Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de printer lekt of
dat de printer beschadigd raakt:
◦
Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt met (de Aan/uit-knop). Schakel de printer niet uit
zolang u nog interne printergeluiden hoort. Zie De printer uitschakelen op pagina 39 voor
meer informatie.
◦
Zorg ervoor dat u de inktcartridges in de printer laat.
◦
De printer moet vlak worden getransporteerd en mag niet op de zijkant, achterkant,
voorkant of bovenkant worden geplaatst.
VOORZICHTIG: HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om
problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te
voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er inktcartridges ontbreken.
Verwante onderwerpen
●
De geschatte inktniveaus bekijken op pagina 97
96 Hoofdstuk 7 Werken met inktcartridges
NLWW