HP Officejet Pro 8610 - Back-upfaxontvangst instellen

background image

Back-upfaxontvangst instellen

Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u de printer instellen om alle ontvangen

faxen op te slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl de printer door een fout niet

functioneerde of om geen van de ontvangen faxen op te slaan.

Back-upfaxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen

1.

Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan

Installatie aan.

2.

Raak Faxinstellingen aan.

3.

Raak Geavanceerde faxinstellingen aan.

4.

Raak Backup-faxontvangst aan.

5.

Raak de vereiste instelling aan:

Aan

De standaardinstelling. Als Back-upfaxontvangst Aan is, slaat de printer alle ontvangen

faxberichten op in het geheugen. Hierdoor kunt u tot 30 van de laatst afgedrukte faxen

opnieuw afdrukken, mits deze nog in het geheugen zijn opgeslagen.

OPMERKING: Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten

overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-

afgedrukte faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.

OPMERKING: Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde

kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.

Alleen bij fouten

Faxberichten worden alleen in het geheugen van de printer opgeslagen als de printer de

faxberichten door een fout niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op

is). De printer blijft faxberichten opslaan zolang er geheugen beschikbaar is. Als het

geheugen vol raakt, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.

Wanneer de fout is opgelost, worden de faxen die in het geheugen zijn opgeslagen

automatisch afgedrukt en vervolgens uit het geheugen verwijderd.

Uit

Faxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u

Back-upfaxontvangst wilt uitschakelen omwille van de veiligheid. Als er een fout optreedt

waardoor de printer niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt

de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.