HP Officejet Pro 8610 - Netwerkconfiguratiepagina

background image

Netwerkconfiguratiepagina

Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u een netwerkconfiguratiepagina afdrukken om de

netwerkinstellingen voor de printer te bekijken samen met de lijst van netwerken die door uw printer

werden gedetecteerd. De laatste pagina van het rapport bevat een lijst met detecteerbare draadloze

netwerken in de omgeving met hun signaalsterkte en gebruikte kanalen. Dit kan u helpen om een

kanaal voor uw netwerk te selecteren dat niet zwaar wordt gebruikt door andere netwerken (wat de

netwerkprestaties ten goede zal komen).

U kunt de netwerkconfiguratiepagina gebruiken om problemen met de netwerkaansluiting op te

lossen. Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig deze pagina af te drukken voordat u belt.

De netwerkconfiguratiepagina afdrukken

1.

Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan

Installatie aan.

2.

Raak Rapporten afdrukken en vervolgens Netwerkconfiguratiepagina aan.

126 Hoofdstuk 10 Een probleem oplossen

NLWW

background image

1.

Algemene informatie: Toont informatie over de huidige status en het type actieve verbinding van

het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de geïntegreerde webserver.

2.

802.3 vast: Informatie over de actieve Ethernet-netwerkverbinding, zoals het IP-adres, het

subnetmasker, de standaard-gateway en het hardwareadres van de printer.

3.

802.11 Draadloos: Toont informatie over uw draadloze netwerkverbinding, zoals de hostnaam,

het IP-adres, het subnetmasker, de standaardgateway en de server. Geeft eveneens de

netwerknaam (SSID), de relatieve signaalsterkte en de gebruikte kanalen aan. U kunt de

netwerklijst controleren om na te gaan of het signaal van uw netwerk voldoende sterk is en

instellingen voor draadloze communicatie wijzigen via de wizard Draadloos instellen Zie Een

Ethernet-verbinding wijzigen in een draadloze verbinding op pagina 107 voor meer informatie.

NLWW

Printerrapporten begrijpen 127

background image

4.

Wireless Direct: Toont informatie over uw Wireless Directverbinding, zoals netwerknaam (SSID),

IP-adres, subnetmasker, standaardgateway en server.

5.

Diversen: Informatie over geavanceerde netwerkinstellingen.

Poort 9100: De printer ondersteunt het "raw" IP-afdrukken via TCP-poort 9100. Deze eigen

TCP/IP-poort van HP op de printer is de standaardpoort voor afdrukken. De poort is

toegankelijk voor HP-software (bijvoorbeeld als HP-standaardpoort).

LPD: Line Printer Daemon (LPD) verwijst naar het protocol en de programma’s voor

spooling-services voor de line-printer die op verschillende TCP/IP-systemen geïnstalleerd

kunnen worden.

OPMERKING: De LPD-functionaliteit kan gebruikt worden met elke host-implementatie

van LPD die in overeenstemming is met het RFC 1179-document. Het proces voor de

configuratie van printerspoolers kan echter verschillen. Raadpleeg uw

systeemdocumentatie voor informatie over de configuratie van deze systemen.

Bonjour: Bonjour-services (waarbij gebruik wordt gemaakt van mDNS oftewel Multicast

Domain Name System) worden meestal gebruikt bij kleine netwerken voor IP-adressen en

het herleiden van namen (via UDP-poort 5353) als er geen conventionele DNS-server

wordt gebruikt.

SLP: Service Location Protocol (SLP) is een standaard internet-netwerkprotocol dat een

kader biedt waarmee netwerktoepassingen het bestaan, de locatie en de configuratie van

netwerkservices in bedrijfsnetwerken kunnen ontdekken. Dit protocol vereenvoudigt

detectie en gebruik van netwerkbronnen, zoals printers, webservers, faxapparaten,

videocamera's, bestandssystemen, back-upapparaten (tapestations), databases,

adreslijsten, mailservers en agenda's.

Microsoft-webservices: Hiermee kunnen de protocollen voor WS-detectie (Microsoft Web

Services Dynamic Discovery) of WSD-afdrukservices (Microsoft Web Services for Devices)

die worden ondersteund op de printer, worden in- of uitgeschakeld. Ook kunnen hiermee

ongebruikte afdrukservices worden uitgeschakeld om toegang via die services te

voorkomen.

OPMERKING: Bezoek www.microsoft.com voor meer informatie over WS-detectie en

WSD-afdrukservices.

SNMP: Simple Network Management Protocol (SNMP) is wordt gebruikt door

netwerkbeheertoepassingen voor het beheer van apparaten. De printer ondersteunt de

protocollen SNMPv1/v2 en SNMPv3 op IP-netwerken.

WINS: Als u een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol) in uw netwerk hebt,

haalt de printer automatisch het IP-adres van die server op en registreert de printer de

naam van die server bij elke dynamische naamservice die voldoet aan RFC 1001 en 1002,

zolang voor de WINS-server een IP-adres is gespecificeerd.

IPP: Internet Protocol voor Afdrukken (IPP) is een standaard netwerkprotocol voor

afdrukken op afstand. Anders dan andere IP-protocollen op afstand, ondersteunt IPP

toegangcontrole, authenticatie en codering om veiliger af te drukken.

Proxyinstellingen: Toont informatie over het proxyadres, de poort en de status van de

authenticatie. U kunt de proxyinstellingen wijzigen vanaf de EWS.

Om de proxyinstellingen te wijzigen, klikt u op Webservices vanaf de EWS. Vervolgens klikt

u op Proxyinstellingen bij Instellingen webservices en selecteert de correcte opties.

128 Hoofdstuk 10 Een probleem oplossen

NLWW