Papierstoringen voorkomen
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen.
●
Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade.
●
Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier.
●
Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een hersluitbare verpakking
te bewaren.
●
Gebruik geen papier dat te dik of te dun is voor de printer.
●
Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten. Ga voor meer informatie naar
Plaats papier op pagina 24.
●
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd
zijn.
●
Plaats niet teveel papier in de documentinvoerlade. Zie Papierformaat en gewicht
op pagina 170 voor informatie over het maximale aantal vellen dat de automatische
documentinvoer kan bevatten.
●
Leg niet papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; al het papier in
de invoerlade moet van dezelfde soort en hetzelfde formaat zijn.
●
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt.
Zorg dat de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
●
Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade.
●
Als u op beide zijden van een pagina afdrukt, druk dan geen volle afbeeldingen op licht papier
af.
NLWW
Papierstoringen oplossen 163
●
Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de printer. Raadpleeg Papierformaat en
gewicht op pagina 170 voor meer informatie.
●
Als het papier in de printer bijna op is, zorgt u dat de lade van de printer eerst leeg is voordat u
papier toevoegt. Probeer geen papier bij te vullen terwijl de printer bezig is een vel te pakken.
●
Zorg ervoor dat de printer schoon is. Zie Onderhoud van de printer op pagina 35 voor meer
informatie.
164 Hoofdstuk 10 Een probleem oplossen
NLWW