De printer heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
●
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld. Bekijk het scherm van de printer. Als het scherm leeg
is en het lampje (de Aan/uit-knop) niet brandt, is de printer uitgeschakeld. Zorg dat het
netsnoer stevig is aangesloten op de printer en een stopcontact. Druk op (de Aan/uit-knop)
om de printer aan te zetten.
Nadat u de printer hebt ingeschakeld, raadt HP u aan vijf minuten te wachten voordat u een fax
verzendt of ontvangt. De printer kan geen faxen verzenden of ontvangen tijdens het
initialisatieproces dat wordt uitgevoerd wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
●
Als HP Digital Fax is ingeschakeld, kunt u mogelijk geen faxen verzenden of ontvangen wanneer
het faxgeheugen vol is (beperkt door het printergeheugen).
●
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting
hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-
LINE op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in
de afbeelding is aangegeven.
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een langere
tweedradig telefoonsnoer gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijk snoer kopen in
een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt.
●
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op de
wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de printer en controleer of u een kiestoon
hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij voor service.
●
Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer. U kunt
de printer bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als de hoorn van een telefoontoestel dat
gebruik maakt van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om
te e-mailen of te surfen op internet.
●
Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer of op het display of
op de computer een foutmelding wordt weergegeven met informatie over het probleem en de
manier waarop u het kunt oplossen. In geval van een fout kan de printer pas faxberichten
verzenden of ontvangen wanneer de foutsituatie is opgelost.
●
Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis)
kunnen faxproblemen veroorzaken. Controleer de geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een
telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en vervolgens te luisteren of er sprake
is van storingen of andere ruis. Schakel als u ruis hoort de Foutcorrectiemodus (ECM) uit en
probeer nogmaals te faxen. Zie Fax verzenden in foutcorrectiemodus op pagina 66 voor
informatie over het wijzigen van de foutcorrectiemodus (ECM). Als het probleem zich blijft
voordoen, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij.
NLWW
Faxproblemen oplossen 147
●
Als u een digitale telefoonaansluiting (DSL-service) gebruikt, moet u een DSL-filter gebruiken
om goed te kunnen faxen. Klik hier voor meer informatie online.
●
Zorg ervoor dat de printer niet is verbonden met een telefoonaansluiting die is ingesteld voor
digitale telefoons. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge
telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de
telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons.
●
Als u een PBX of een ISDN-adapter (Integrated Services Digital Network) gebruikt, moet de
printer zijn aangesloten op de juiste poort en moet de adapter zijn ingesteld op het juiste type
switch voor uw land/regio (als dat mogelijk is). Klik hier voor meer informatie online.
●
De printer deelt dezelfde telefoonlijn met een DSL-service en de DSL-modem is mogelijk niet
correct geaard. Als de DSL-modem niet correct is geaard, kan deze ruis op de telefoonlijn
veroorzaken. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen
veroorzaken. U kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een telefoontoestel
op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of u storingen of ander ruis hoort. Als u
storingen of ruis hoort, schakelt u de DSL-modem uit en laat u de stekker gedurende minstens
15 minuten uit het stopcontact. Schakel de DSL-modem vervolgens opnieuw in en luister
opnieuw naar de kiestoon.
OPMERKING: Mogelijk zal er in de toekomst opnieuw ruis optreden op de telefoonlijn. Herhaal
het proces als de printer geen faxen meer verzendt en ontvangt.
Als er nog steeds veel ruis op de lijn is, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij. Neem
contact op met de DSL-aanbieder voor informatie over het uitschakelen van de DSL-modem.
●
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een
verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de
problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.