HP Officejet Pro 8610 - Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en een antwoorda

background image

Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en

een antwoordapparaat

Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren

waarop u de printer kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee

telefoonpoorten beschikt:

OPMERKING: Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter

(coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter heeft

een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen

telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de

achterzijde.)

Afbeelding B-12 Voorbeeld van een parallelle splitter

De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten

Afbeelding B-13 Achteraanzicht van de printer

1

Telefoonaansluiting op de wand

2

"IN"-telefoonpoort op uw computer

3

"OUT"-telefoonpoort op uw computer

4

Telefoon (optioneel)

5

Antwoordapparaat

204 Bijlage B Bijkomende faxinstallatie

NLWW

background image

6

Computer met modem

7

Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort.

U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.

1.

Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.

2.

Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is

aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit

het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer.

3.

Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting op de wand en sluit het apparaat

aan op de poortuitgang achter op de computer (het computerinbelmodem).

4.

Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de

wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.

OPMERKING: U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor

uw land/regio.

Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan

te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de

telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.

5.

(Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor

uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat

aansluiten.

OPMERKING: Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u

een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het

antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze verbindingen

kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken.

6.

Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de

computer, moet u die instelling uitschakelen.

OPMERKING: Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de

software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.

7.

Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.

8.

Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.

9.

Wijzig de instelling Hoe vaak overgaan op de printer en stel het maximale aantal belsignalen in

dat door uw product wordt ondersteund. (Het maximumaantal belsignalen varieert per land/

regio.)

10. Voer een faxtest uit.

Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal

belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de

telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen

worden gedetecteerd, geeft de printer tonen voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als er

geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van de lijn en kan uw antwoordapparaat een

bericht opnemen.

Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op

met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.

NLWW

Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 205