Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een
antwoordapparaat gebruikt dat gespreksoproepen beantwoordt op dit telefoonnummer, stelt u de
printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
Afbeelding B-11 Achteraanzicht van de printer
202 Bijlage B Bijkomende faxinstallatie
NLWW
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de 1-LINE-poort aan de achterzijde van de printer
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
3
Antwoordapparaat
4
Telefoon (optioneel)
De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met antwoordapparaat
1.
Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2.
Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting en sluit het aan op de poort met het
label 2-EXT achter op de printer.
OPMERKING: Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op de printer aansluit, worden de
faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk opgenomen door het
antwoordapparaat en kunt u mogelijk geen faxberichten ontvangen met de printer.
3.
Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de
wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
OPMERKING: U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor
uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan
te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
4.
(Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor
uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat
aansluiten.
OPMERKING: Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u
een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het
antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze verbindingen
kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken.
5.
Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
6.
Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
7.
Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor de
printer mogelijk is. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.)
8.
Voer een faxtest uit.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal
belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de
telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen
worden gedetecteerd, geeft de printer tonen voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als er
geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van de lijn en kan uw antwoordapparaat een
bericht opnemen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op
met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
NLWW
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 203
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem en een antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een
computermodem en een antwoordapparaat op deze telefoonlijn hebt aangesloten, stelt u de printer in
zoals in dit deel wordt beschreven.
OPMERKING: Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de printer, kunt u de modem
en de printer niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet de printer gebruiken om te faxen
terwijl u de computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
●
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en een
antwoordapparaat
●
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en een
antwoordapparaat