Printerinstellingen wijzigen
Gebruik het bedieningspaneel om de printerfuncties en -instellingen te wijzigen, rapporten af te
drukken of de helpfunctie te openen.
TIP: Als de printer met een computer is verbonden, kunt u de printerinstellingen ook aanpassen via
de hulpprogramma's voor printerbeheer.
Zie Hulpprogramma's printerbeheer op pagina 115 voor informatie over het gebruik van deze
hulpprogramma's.
De instellingen voor een functie wijzigen
Het Start scherm van het printerbedieningspaneel toont de beschikbare printerfuncties.
1.
Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger over het scherm glijden. Raak
dan het pictogram van de gewenste functie aan.
2.
Nadat u een functie hebt geselecteerd, bladert u door de beschikbare instellingen. Vervolgens
raakt u de te wijzigen instelling aan.
3.
Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de instellingen te wijzigen.
OPMERKING: Raak (Start) aan om terug te keren naar het Start-scherm.
10 Hoofdstuk 2 Aan de slag
NLWW
De printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar
zijn in het Configuratiemenu:
1.
Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger erover glijden. Raak dan
Installatie aan.
2.
Blader door de schermen en raak ze aan.
3.
Raak de schermelementen aan om schermen of opties te selecteren.
OPMERKING: Raak (Start) aan om terug te keren naar het Start-scherm.
NLWW
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 11