Tips voor de keuze en het gebruik van papier
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
●
Plaats slechts een papiersoort tegelijkertijd in een lade of automatische documentinvoer (ADF).
●
Zorg ervoor dat het papier goed in de lades en de ADF is geplaatst.
●
Plaats niet te veel papier in de lade of de ADF.
●
Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te vermijden, kunt u
de volgende papiersoorten beter niet in de laden of ADF plaatsen:
◦
Formulieren die uit meerdere delen bestaan
◦
Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
◦
Papier met uitsparingen of perforaties.
◦
Papier met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet goed absorbeert
◦
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
◦
Papier met nietjes of paperclips
Zie Plaats papier op pagina 24 of Plaats een origineel in de documentinvoer op pagina 29 voor
meer informatie over het plaatsen van papier.
NLWW
Elementaire informatie over papier 23